1950

Spekkie Spaarduit leert jeugd sparen

Lange tijd was de bank iets voor volwassenen. In de twintigste eeuw kwam daar langzaam verandering in. Spaarpotten van kinderen raakten vol. Het werd tijd de jeugd ervan te overtuigen hun centen en stuivers te storten bij de Nutsspaarbank. 

Afbeelding
Spekkie Spaarduit Nutsspaarbank Den Haag
Afbeelding
Jeugdspaarbank Den Haag
Jeugdspaarbank Den Haag
Afbeelding
Ballonnenwedstrijden werden vaak met hulp van de Nutsspaarbank georganiseerd
Ballonnenwedstrijden werden vaak met hulp van de Nutsspaarbank georganiseerd.

 

Om dit te bereiken werd in 1907 een Spaarbankbond opgericht. Deze moest ervoor zorgen dat jongeren een eigen rekening gingen openen. De snelste manier om de jeugd te bereiken, leek om het onderwijs te benaderen. De bond maakte daarom reclame onder leraren. Maar dit bleek in de praktijk niet goed te werken.

Vanaf 1930 veranderde de bond daarom van tactiek en benaderden zij de jeugd meer rechtstreeks. Dat gebeurde via jeugdspaarbanken, die erin slaagden om veel jongeren binnen te halen. Maar het was ook de bedoeling om hen voor de bank te behouden. Dit gebeurde met speciaal propagandamateriaal.

Boegbeeld Spekkie

In 1931 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift De gelukscent. Ook ontvingen jonge leden van de Spaarbankbond op hun verjaardag een kaart en kregen trouwe spaarders een beloning. Maar daar bleef het niet bij. De sparende jeugd kreeg een eigen boegbeeld: Spekkie Spaarduit – in de vorm van een traditioneel spaarvarken.

Vijftien jaar later, op 31 oktober 1946, tijdens Wereldspaardag kregen alle leden het tijdschriftje Spekkie Spaarduit en organiseerde de bond tal van activiteiten voor de jeugd. In deze jaren waren sparende kinderen een belangrijk onderwerp. Alleen door van jongs af in een nieuwe toekomst te investeren, kon het land de oorlogsmalaise te boven komen, vonden volwassenen. Dat leidde in 1948 tot de oprichting van de Stichting Spaarpropaganda, die maar liefst 47 jaar heeft bestaan.

Spekkie Spaarduit, burgemeester van Dierenstad

Het varken Spekkie Spaarduit was van 1950 tot 1952 de held van vijf stripboekjes, waarin hij figureerde als burgemeester van Dierenstad. In elk verhaaltje zat een duidelijk (spaar)moraal. In het eerste album Spekkie Spaarduit, burgemeester van Dierenstad was de boodschap dat dromen van vooruitgang mooi is, maar dat je ondertussen wel goed voorbereid moet zijn en jezelf moet kunnen redden. In het stripavontuur geloven alle bewoners van het bos in de woorden van de vos ‘professor Esopias’, die belooft met een raket de winter op de vlucht te jagen. Ook Weize de Uil (die helemaal niet lezen kan, dus niet echt wijs is) en Jules de geschiedschrijver (een ezel) denken dat de vos geschiedenis gaat schrijven. Zij maken Spekkie Spaarduit belachelijk, die zoals altijd in oktober begint dieren aan te sporen hun wintervoorraad aan te leggen. Maar de held laat zich niet afschrikken en zorgt met zijn vriend Oebel de Beer voor een degelijke wintervoorraad, zodat hij het bos redt als de ontploffende raket voor ellende zorgt. 

Hulp voor de bijen

In het tweede album Spekkie Spaarduit vraagt hulp voor de bijen verwoest een storm de holle boom van de bijen. Hulp bij het maken van een nieuw onderkomen krijgen ze niet, omdat de andere dieren ook schade hebben geleden. Gelukkig zijn de bijen nijvere spaarders en slagen ze erin om met hun honing Oebel de Beer en zijn vrienden over te halen een nieuw huis uit te hollen. De moraal ligt er ook dit keer dik bovenop: alleen wie spaart, heeft in moeilijke tijden iets achter de hand om de gevolgen op te vangen. 

Het balkon van Maartje Merel

Het derde album Spekkie Spaarduit en het balkon van Maartje Merel heeft een zuiver kapitalistische boodschap. Maartje Merel wil een balkon aan haar nest, dus krijgt haar man het advies te sparen. Die heeft daar geen zin in, dus gaat Maartje zelf aan het werk en zadelt haar man met de kinderen op. Het duurt niet lang of manlief wil niets liever dan sparen. Met de gespaarde nootjes zetten ze timmerman Eko de eekhoorn aan het werk. En ineens willen de andere vogels ook een balkon. Iedereen begint te sparen en de timmerman wordt overspoeld met opdrachten. Hij moet al snel hulpkrachten aannemen en zo ontstaat economische vooruitgang.

Het grote spaarvarken

In Spekkie Spaarduit en het grote spaarvarken draait alles om het aanleggen van een voorraad om behoeftige dieren te helpen. In dit album klinkt het sterkst het filantropische aspect van de Nutsspaarbanken door. Het varken bleek een sterk merk, want ook in andere publicaties kwam hij vaak voor. Zo werd er een school-spaarclub naar hem vernoemd in De Spekkie Spaarduit Club en kwam hij voorbij in het pedagogisch boekje Jos Slordevos. De boekjes dienden een dubbel doel, want de jeugd kon zelf de plaatjes inkleuren.

Bekende schrijvers en tekenaars

Stichting Spaarpropaganda trok voor de boekjes bekende schrijvers en illustratoren aan. Zo was De Spekkie Spaarduitclub het werk van de nog altijd geliefde schrijver en illustrator Rie Cramer. Drie andere boekjes zijn geschreven door de al even beroemde auteur A.D. Hildebrand, een hoorspel- en kinderboekenschrijver. De illustraties in zijn Spekkieboekjes werden verzorgd door de Rotterdamse schilder en illustrator Charles Jean Kemper die het grote publiek vooral kende van zijn stadsgezichten.